Wie een gebroken ojief ontdekt, hoeft de
timmerman niet te bellen. Hoogstens de
bouwhistoricus.
Er is niets 'gebroken', in
bouwkundige termen
heeft dat woord vaak de betekenis van 'onderbroken'.
Ook een
gebroken fronton
blijft heus wel op zijn plaats.
Het
ojief
is een
profiel
dat in één vloeiende lijn een
bolle
en een
holle
vorm combineert. Wanneer deze delen gescheiden worden door een
bandje,
zeg maar een 'trapje', dan is de vloeiing onderbroken. Het ojief heet gebroken.
Het gebroken ojief is vaak te zien als
profiel van sleutelstukken.
Evenals het
ojiefsleutelstuk
komt het
vooral in de
16e
en vooral
17e eeuw
voor. Dat kan die bouwhistoricus je haarfijn uitleggen.
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders